Iedereen kent het wel van op school of van in zijn/haar schooltijd : “Altijd opnieuw die vervelende woordenlijsten van buiten leren!”. Bovendien hebben we die woordenlijsten niet enkel voor Frans, maar ook voor Engels! Sommige leerlingen krijgen zelfs ellenlange lijsten Spaans of Duits voorgeschoteld. Hopelijk ben je na dit alles dan nog niet aan het einde van je Latijn!

Gelukkig hebben we hier 10 tips om gemakkelijker woorden te onthouden :

  1. Neem al de woorden die je moeilijk vindt of die je moet leren en maak hiervan een lijst op papier.
  2. Zorg dat je deze woordenlijst altijd bij de hand hebt als je studeert.
  3. Hou deze moeilijke wordenlijst altijd up-to-date! Dit betekent dat je telkens wanneer je nieuwe moeilijke woorden tegenkomt deze toevoegt aan je lijst.
  4. Verzorg je lijsten en stop ze in een plastic hoesje, dat je vervolgens in een ringmap/kaft kan steken
  5. Plaats streepjes voor de moeilijke woorden in je leerboek (indien dit jouw boek is) en zet deze woorden meteen bij in de lijst.
  6. Begin met instuderen van het Nederlands naar de vreemde taal en niet omgekeerd. Dek daarbij telkens het woord in de vreemde taal af en probeer de vertaling te vinden. Zo verplicht je jezelf om echt het woord te analyseren dat er staat in die bepaalde taal. Als je enkel van de vreemde taal naar het Nederlands leert, herken je uiteindelijk het woord wel, maar ga je toch nog schrijffouten blijven maken.
  7. Denk eerst eens na over wat de logische vertaling zou kunnen zijn. Vervolgens zal je dan ontdekken dat de vertaling er inderdaad op lijkt (of op het equivalent in een andere taal) of net helemaal niet. Deze oefening doen is echt belangrijk, want enkel dan leer je echt bij.
  8. Zet de woorden ook eens in een andere volgorde want je hersenen kunnen je bedriegen. Zo onthou je als leerling bijvoorbeeld snel welk woordje eerst op het blad staat omdat dat het eerste woord is bovenaan het blad. Ook weet je al vlug dat er na twee woorden die bijvoorbeeld erg op elkaar lijken een derde woord komt dat helemaal niet lijkt op de vorige twee. Als je echter dat derde woord uit je lijst dan in een ongeziene tekst tegenkomt, in een heel andere context en zonder dat het voorafgegaan wordt door de eerste twee, dan zal je de vertaling ervan niet kennen.
  9. Ook bedriegt je brein je doordat je niet elke letter leest om een woord te herkennen (eigenlijk herkent ons brein een woord wanneer slechts de eerste en laatste letter kloppen, samen met het ‘woordbeeld’. De eigenlijke letters mogen door elkaar staan. Op die manier kan je woorden ‘herkennen’ zonder ze echt te lezen. Als je ze dan nadien zelf moet schrijven of herkennen in een andere context, kan je dat dan ook niet omdat je eigenlijk een deel informatie nooit heb geleerd. Schrijf het woord dus eens op of zeg het luidop. Zo verplicht je je brein wel om alle letters te lezen en te leren. Je gebruikt ook een ander deel van je geheugen en niet enkel je visueel geheugen.
  10. Tenslotte kan je verschillende ‘opnamekanalen’ tegelijk gebruiken bij het studeren. Niet alleen ‘kijken’ naar woordjes, maar ze bijvoorbeeld ook ‘uitspreken’ of ‘opschrijven’. Zo gebruik je ook de centra in je hersenen waar je motorisch en auditief geheugen aan gekoppeld is.

Wij wensen alvast alle leerlingen en studenten goede moed toe om hun woordjes op een goede en grondige manier in te studeren!

Educapp